Afstudeeronderzoek naar de woonomgeving voor mensen met dementie met bijbehorend een VO-ontwerpvoorstel voor kleinschalige groepswoningen te Bornholm, Hoofddorp.
2016 – HBO bouwkunde Afstudeerbedrijf: Marc Prosman Architecten
Welk architectonisch ontwerp ten behoeve van kleinschalig wonen op de locatie Bornholm te Hoofddorp kan het welzijn bevorderen van zorgbehoevende mensen met dementie?
Op dit moment is dementie nog steeds niet te genezen. Het is daarom van belang om des te meer aandacht te besteden aan het dragelijk maken van deze ziekte. Naast de goede kwaliteit van zorgverlening heeft de fysieke omgeving erg veel invloed op het welbevinden van een persoon met dementie. In een herkenbare omgeving zul je aanzienlijk minder ziekteverschijnselen waarnemen dan in een onbegrijpelijke omgeving.
Daarnaast zal naar verwachting de groep mensen met dementie binnen een korte tijd aanzienlijk groter worden. Dit zal zorgen voor een grote behoefte aan zorgwoningen en woningen waarbij mensen met dementie hun “normale” leven kunnen blijven behouden. Dit “normale” leven uit zich in een huishouden wat een dementerend persoon gewend is van vroeger; een woning met onder andere een eigen slaapkamer en een huiskamer waar bijvoorbeeld gekookt wordt. Dit idee vertaalt zich in het concept “Kleinschalig Wonen”. Vanuit deze uitgangspunten is voor Marc Prosman Architecten dit theoretisch onderzoek met ontwerpvoorstel gemaakt.
Het afstudeeronderzoek is opgebouwd uit een theoretisch en een ontwerpend onderzoek. In het theoretische deel wordt de invloed van de gebouwde omgeving op iemand met dementie beschreven. Dit is vanuit literatuur, referentieprojecten en locatiebezoeken geanalyseerd. Vanuit deze resultaten zijn de uitgangspunten opgesteld voor het ontwerpend onderzoek wat in een Programma van Eisen is uitgewerkt. Het ontwerpend onderzoek bevat een stedenbouwkundige analyse en het uitgewerkte ontwerpvoorstel. Hierbij zijn de gestelde uitgangspunten getoetst.
De belangrijkste uitgangspunten die zijn nagestreefd zijn de compensatie van de psychische en lichamelijke beperkingen van dementie, het voorkomen van negatief gedrag en stress, het handhaven en verbeteren van de kwaliteit van leven, het in stand houden van restvermogens en het waarborgen van veiligheid.